Pers
De crisiskaravaan: hoe zinvol is ontwikkelingshulp door celebrities?
De LAGARDE, by VARAGIDS
Door Floor Overmars - 28 november 2016
In hoeverre is hulp van rijke celebrities of zakenlui een welkome aanvulling op de ontwikkelingshulp van traditionele organisaties als UNHCR? Duivelse dilemma’s verfilmde het gegeven. Voor het inzichtelijke De crisiskaravaan – over hoe hulpverlening in ontwikkelingslanden wordt misbruikt en hoe het samenlevingen eigenlijk juist verder ontwricht – liet regisseur Boris Paval Conen (1968) zich inspireren door het gelijknamige boek van onderzoeksjournaliste/schrijfster Linda Polman.
Polman concludeert daarin dat hulp aan slachtoffers in oorlogsgebieden vaak niet werkt, of erger: de ellende alleen maar vergroot. Maar is er een alternatief? Kunnen we het ons veroorloven om dan maar niets te doen? Hoeveel mag aan de strijkstok blijven hangen om slachtoffers te kunnen helpen? En hoe voorkom je dat geld en goederen voor slachtoffers misbruikt worden ten behoeve van corruptie en de financiering van wapens?
Voor De crisiskaravaan kiest Paval Conen voor een rauwe, documentaire stijl – effectief, want als kijker denk je dat je naar echte beelden zit te kijken in plaats van naar een speelfilm. Het materiaal is zogenaamd een film die gemaakt wordt in opdracht van UNHCR, een bedrijfsfilm.
De film trapt af op het moment dat een VN-hulpkaravaan vanuit Kameroen met medicijnen en voedsel naar vluchtelingenkamp Bentimua vertrekt. De cameraman registreert de chaos en opwinding vlak voor vertrek. Hij voorziet de beelden ook van commentaar. We maken kennis met de ervaren VN-hulpverlener Nkosi (Khaya Mthembu) – leider van de karavaan. Hij bestuurt de koptruck, onze cameraman zit ernaast. Algauw trekt het echte Afrika aan onze ogen voorbij; sloppenwijken, onverharde wegen, kraampjes langs de weg, groepen kinderen op blote voeten, dieren los op straat, een groep gewapende mannen bij een slagboom die roept ‘doorrijden, doorrijden’ terwijl de camera in het gras een stuk of tien man registreert, die geknield in het gras onder schot worden gehouden. De cameraman mompelt: ‘Oh my god.’
Vervolgens valt de avond en wordt de karavaan staande gehouden door een luid schreeuwende groep gewapende mannen. Grenscontrole. Er blijken stempels te ontbreken en het gewicht van de vracht is onbekend. Op dat moment komt Vincent (Stefan de Walle) in beeld; een schatrijke zakenman die met een truck vol hulpgoederen dwars door Afrikaans oorlogsgebied rijdt naar het kleine ziekenhuis dat hij liet bouwen.
Met zijn verdiende fortuin is hij privé-ngo ‘A helping hand’ gestart en denkt hij het verschil te kunnen maken. Hij staat bij de grens te wachten achter de vrachtwagens van Nkosi en zegt: ‘Wacht maar, ik regel dit.’ Hij belt met de minister van Volksgezondheid. Ongetwijfeld een vriendje van hem te horen aan het slijmerige: ‘Hello Raymond…’ En door mag de karavaan.
’s Avonds in een café – de helft van de goederen blijkt gestolen tijdens de grenscontrole – ontstaat een gesprek. Nkosi is een ervaren Afrikaanse hulpverlener, cynisch over de white mans mission. Hij doorziet hoe hulpverlening wordt misbruikt en hoe het Afrika verder ontwricht. Als voorbeeld geeft hij een Hollywoodster. Zij zond drie vliegtuigen met klamboes. De bevolking gebruikte ze echter als visnetten want de mazen waren zo lekker fijn. Maar door het verdelgingsmiddel dat in de klamboes verwerkt zat, raakte het water vervuild, stierven de vissen en stortte de lokale markt in. Plus: de bevolking kreeg toch nog malaria.
Vincent reageert alleen met: ‘Well, that’s just stupid of them.’ Vincent en Nkosi besluiten samen verder te reizen, puur voor de veiligheid. Bij een volgende gewapende overval op hun karavaan probeert Nkosi het diplomatiek op te lossen, Vincent trekt meteen een stapel bankbiljetten uit zijn zak en koopt de mannen om. En zo gaat dat steeds.
De reis van Vincent en Nkosi is op die manier ook een confrontatie met henzelf. Hoe diep wil Vincent buigen als hij geconfronteerd wordt met de barre realiteit in het veld? Hoe ‘fout’ mag hij zijn om zijn goede doel te bereiken? En wat blijft erover van Nkosi’s cynisme als slachtoffers van onderdrukking en geweld hem direct om zijn hulp vragen?
Uiteindelijk laat Paval Conen het in het midden. Voor beide methodes valt wat te zeggen of juist op af te dingen.
Een verontrustend gevoel blijft bij je. Ondanks goede bedoelingen, gaat er iets grandioos mis.
NPO 2, 28 november, 22:50 uur.
De GROENE AMSTERDAMMER - Tips van onze kunstcritici:
Walter van der Kooi - 25 november 2016
Een goed mens
HUMAN is van grote vragen, ernstige dialoog en diepgravend debat, en dat in uiteenlopende formules. In de reeks Duivelse dilemma’s worden ze verpakt in fictievertellingen. Geen kunst om de kunst, maar drama als voertuig om een dilemma aan de orde te stellen. Dat is zo oud als de Griekse tragedie, en het werkt: door opvattingen, keuzes en handelen aan personages te koppelen worden ze minder theoretisch en abstract. En worden ze meer toetssteen voor eigen theorie en praktijk.
In De crisiskaravaan (geïnspireerd door het gelijknamige boek van Linda Polman) wordt HUMANS kernvraag, ‘hoe blijf je een goed mens in extreme omstandigheden?’ toegepast op humanitaire hulp in Afrika. Met een Afrikaanse VN-ploeg die vanuit Kameroen hulpgoederen in de door oorlogen geteisterde Centraal Afrikaanse Republiek moet afleveren, reist een wat naïeve jongeman mee om een ‘documentaire’ over de expeditie te maken.
Zijn amateurachtige beelden, die ons de suggestie van ‘reality-tv’ moeten geven, worden afgewisseld met het professionele camerawerk dat bij speelfilm hoort. Op hun gevaarlijke tocht langs grenzen met corrupte douaniers en wegversperringen van gewapende rebellen en/of criminelen dringt zich in een Nederlandse hulpverlener in hun konvooi, met eigen ngo en ziekenhuisje in het binnenland: samen ben je veiliger.
Hij is het prototype van de botte Macher die met een combinatie van autoritair optreden en steekpenningen alles denkt op te lossen. Dit tot ontzetting van missieleider Nkosi, die de omstandigheden, verhoudingen en gevoeligheden veel beter kent en veel meer twijfels over het positieve effect van hulp heeft dan deze Vincent (voor hemzelf is humanitair werk vooral een manier om zelf een inkomen te hebben). Hij kritiseert de geslaagde zakenman-weldoener niet alleen vanwege diens neokolonialisme, hij krijgt soms instant-gelijk door het averechts effect van ’s mans optreden.
Ja, dit is een leerstuk met licht-nadrukkelijk exposé en didactisch karakter. En toch wordt het meer dan dat: wordt het zwart-wit van de opvattingen (omgekeerd aan het wit-zwart van de huidskleur) minder uitgesproken; wordt het probleem en de weg naar oplossingen genuanceerder.
Resten treurnis en machteloosheid; en goede wil en een flinter hoop zonder welke moeilijk te leven valt.
Boris Paval Conen, De crisiskaravaan, HUMAN Duivelse Dilemma’s, maandag 28 november, NPO 2, 22.55 uur